Gebouw

In 1625 gaven de Staten van Holland en West-Friesland toestemming voor het in cultuur brengen van het huidige ’s-Graveland. In 1654 besloten de hoofd-ingelanden van het nieuwe ’s-Graveland om het schoolhuis te vergroten tot hulpkerk. Er werden toen al wekelijkse kerkdiensten in ’s-Graveland gehouden. Kort daarna werd besloten een nieuwe kerk te gaan bouwen. Voor de bouw werd een ontwerp gekozen van de Amsterdamse architect Daniël Stalpaert.
Stalpaert was in zijn dagen een gewaardeerd bouwmeester. Hij leidde de bouw van het nieuwe stadhuis van Amsterdam, dat later het Koninklijk Paleis werd. Ook het huidige Scheepvaartmuseum in Amsterdam werd door hem gebouwd. Stalpaert bouwde op een sobere, strakke, maar ook stijlvolle en monumentale wijze. Dat is ook herkenbaar in het kerkgebouw van ’s-Graveland.
De Hervormde Kerk van ’s-Graveland werd in gebruik genomen op zondag 7 juli 1658. Ruim een jaar later werd de eerste predikant van de Hervormde Gemeente ’s-Graveland, Cornelis van Midlum, bevestigd. Ds. Van Midlum bevestigde de eerste ouderlingen en diakenen in 1660; de kerkenraad kon haar arbeid beginnen. Sinds 1659 hebben 31 predikanten de predikantsplaats van ’s-Graveland bezet. De huidige predikant is de tweeëndertigste voorganger van de gemeente. De Hervormde Gemeente ’s-Graveland maakt deel uit van de classis Hilversum.

Orgel
Vanaf het begin van de Hervormde Gemeente in 1658 tot 1824 werd de gemeentezang geleid door de schoolmeester van ’s-Graveland, die in de kerk voorzanger was.
Aan dat gebruik kwam een einde toen op 3 oktober 1824 een orgel in gebruik werd genomen. Dat orgel werd gebouwd door wereldberoemde orgelbouwers, de broeders Bätz uit Utrecht. Andere kerken die een Bätz-orgel bezitten zijn onder andere de Domkerk te Utrecht, de Lutherse Kerk te Amsterdam en de Nieuwe Kerk te Delft. Het orgel in ’s-Graveland werd afgeleverd voor het bedrag van ƒ 4.850,- Het orgel heeft veertien registers.

In 1999, bij het 175-jarig bestaan van het orgel, werd het bij een opknapbeurt van de kerk een ivoor-witte kleur gegeven, dezelfde kleur waaraan de gebroeders Bätz voor hun orgels destijds de voorkeur gaven. Bij die gelegenheid kwam er een boekje uit met een beschrijving van de geschiedenis van het orgel, met de titel ‘Dit Schoone Speeltuig’.